Blog

door ahogeveen 29 jun, 2021
Ik heb het geluk dat ik de afgelopen jaren met regelmaat in en bij de Waddenhorn mag zijn. Elke keer als ik er ben zie je andere dingen. Andere luchten, vogels, groei van gewassen en nog veel meer. Bij ieder bezoek maak ik ook foto's. Omdat de luchten en de omgeving me op een of andere manier inspireren. Luchten die niet zouden misstaan als ze op een schilderdoek waren vereeuwigd door een Hollandse meester in een van de vorige eeuwen. Dat vereeuwigen door een Hollandse meester kan natuurlijk altijd. Schilderes Dieuwer Elema heeft zich al vaker laten inspireren door de omgeving van de Westpolder waar de Waddenhorn staat. In het natuurhuisje zijn dan ook werken van haar te vinden. Werken die passen bij de inrichting van het huis. Ze hangen aan de muren in de kamer en de keuken en geven subtiel aan hoe mooi het er is. Zo mooi dat je binnen geconfronteerd wordt met de schoonheid van buiten. Tenminste, je moet wél naar de schilderijen kijken. En dat is best lastig als je door de ramen zélf de schoonheid buiten kunt zien. Die luchten vereeuwigd door een Hollandse meester in zeg eens de negentiende eeuw. Het had gekund, want de polder ontstond in het derde kwartaal van die negentiende eeuw. Al ging het niet zomaar. Het was mens tegen natuur. En vaak was dat een strijd op leven en dood. Met betrokkenheid van boeren waarvan de namen ook nu nog in de Westpolder vertegenwoordigd zijn, zoals Sijpkens, Louwes, Zijlma en Mansholt. De inpoldering ging niet zomaar. En dat wat je ziet als je nu over de kwelders kijkt is geen vanzelfsprekendheid. Wil je enigszins begrijpen wat er allemaal aan vooraf ging, dan is het boek Schaduwkust van schrijfster Ineke Noordhof een aanrader. In het boek de geschiedenis en ook de tragiek van de omgeving, vanuit de beleving van vier generaties bewoners. Een gebied met een boeiende geschiedenis en een kansrijke toekomst. Een toekomst waarbij toerisme wel eens erg belangrijk kan zijn. Maar dan wel als een soort niche. Want de polder moet de polder blijven en de kwelder de kwelder. Hollandse meesters zijn ook de mensen die ons land beschermen tegen het wassende water. Die ervoor zorgen dat we geen natte voeten krijgen. Daarin spelen de dijken en de kwelders een essentiële rol. Niet voor niets is waterschap Noorderzijlvest actief in het gebied. De komende jaren wordt de dijk versterkt om ook in de toekomst het wassende water tegen te kunnen gaan. Het project van het waterschap heet ' Dijkversterking Lauwersmeerdijk - Vierhuizergat '. En waarom dat Vierhuizergat zo belangrijk is? Dat kun je onder andere lezen in het boek Schaduwkust. Wil je meer weten over het project? Bekijk dan onderstaande video. Als je eens op de dijk in de Westpolder bent, of je banjert over de kwelders, denk dan eens aan die Hollandse meesters en die belangrijke schaduwkust.
door Anthony Hogeveen 22 jun, 2021
Het maken van een vuurtje heeft iets magisch. Het sprokkelen van hout, met een lucifer het aansteken van wat oude kranten en dan de hoop dat dit zich vermengt tot een knetterend vuur. Om, als het vuur toch bijna dooft, er snel wat extra kranten bij te doen. Het vuurtje stoken brengt een soort kindgevoel naar boven. Opgave Maar als het flink geregend heeft, het hout nog vochtig is en het aantal kranten niet toereikend, dan wordt het vuurtje stoken een hele opgave. De gele gloed verdwijnt en steeds meer rook dwarrelt omhoog. En natuurlijk zal je net zien dat de wind zo draait dat de rook in je ogen komt. Ze beginnen te prikken en langzaam lijkt het alsof je tranen krijgt. Gekarameliseerd zoetstof De rook verspreidt zich verder, maar gelukkig heeft een klein vlammetje een droog takje omarmd. Ook een ander droog takje ontkomt niet aan de vlammenzee in wording. Langzaamaan ontkomt ook het vochtige houtblok niet aan de gele waas. Het vuur wordt heftiger en de rook verdwijnt. Ik sta voldaan naast de toren met gestapelde en gemetselde stenen. Naast mij een paar kinderen met stokken in de hand. Een zak met witte, zachte snoepspekjes gaat rond. Iedereen mag het witte zoetstof vastprikken. Enkele minuten later hangen de stokken boven het vuur. Goedkeurend bekeken door de ouders. De witte spekjes krijgen een donkerbruin, gekarameliseerd laagje. Voorzichtig van de stokjes in de mond. Marshmallows. Geur Dagen later ruik je de geur van de rook nog in je jas en in je haar. Shampoo doet zijn werk, maar de jas laat je het liefst nog een tijdje ongemoeid. Iedere keer dat je langs de kapstok loopt, snuif je die geur op. En het doet je denken aan dat fijne moment dat je vuurtje stookte. Met het excuus om marshmallows te maken. Maar stiekem om eigenlijk weer het kind in je zelf te vinden. Het kind dat eigenlijk gewoon een vuurtje wilde stoken...
Share by: